pauk –  concert of basdrum – drumstel conga’s bongo’s tambourijn


Membranofonen zijn met een vel bespannen instrumenten. “Membraan” betekent vel en “foné” betekent klank.

Binnen de membranofonen zijn nog 2 onderverdelingen:

  • Membranofonen met een variabele toonhoogte (zoals pauken)
  • Membranofonen met een vaste toonhoogte (zoals kleine of grote trom).   

 

Enkele voorbeelden:

Pauk

pauk

Pauken worden meestal per paar gebruikt, dikwijls zien we er zelfs 4. Een pauk bestaat uit een grote koperen ketel met daarover een vel gespannen. Door middel van een stemmechanisme dat het vel harder of juist minder hard aanspant, kan de pauk op verschillende toonhoogten ingesteld worden. Het vraagt heel wat oefening om dit “stemmen” goed en snel te kunnen. Je moet horen of de toon correct is en je moet snel kunnen “herstemmen”. Daarom wordt iedere pauk uit een set al op een verschillende toonhoogte ingesteld. Een andere, vaak gebruikte naam voor pauken is timpani.

 

stemmechanisme

het stemmechanisme: hierop kan je de juiste positie van elke noot met een schuifplaatje aanduiden.

 

Grote trom of concert-basdrum

basdrum

De concertbasdrum is de grote trom van het orkest. Ze bestaat is verschillende formaten en kan al naargelang de stok waarmee ze wordt bespeeld, heel luide slagen of juiste warme, volle tonen voortbrengen.

Drumstel

drum

Een drumstel is samengesteld uit een basdrum, kleinere troms en verschillende cymbalen. Sommigen worden met de voet bespeeld door middel van een voetpedaal, andere met stokken. Dit alles gebeurt door slechts 1 speler.
De grootte van een drumstel is zeer verschillend. De snaredrum, basdrum en 1 cymbaal zijn steeds aanwezig. De andere delen kunnen vrij worden aangevuld. Het drumstel dat je op de foto ziet, is meestal de standaard, maar het kan nog uitgebreider.
Naast dit akoustische drumstel bestaan er ook electrische drumstellen. Hierbij wordt de klank electronisch voortgebracht.

 
snaredrum
basdrum
cymbaal
hihat
snaredrum
basdrum met pedaal
crash cymbaal
hi-hat

Conga’s

congas

Conga’s worden in Latijns-Amerika in bijna alle muzieksoorten gebruikt. Dit hoewel zo naar alle waarschijnlijk uit Afrika afkomstig zijn. Ze hebben de vorm van een smalle, hoge ton die aan de onderzijde open is. De ring die het vel bovenaan gespannen houdt, is lager dan de bovenzijde van de ton. Zo kan de speler het hele oppervlak van het vel gebruiken zonder zijn handen te bezeren aan de rand.
Conga’s worden meestal per paar gebruikt en met de handen bespeeld. Door verschillende manieren van aanslaan (met de vingers of de palm, in het midden of langs de rand) kan men heel wat verschillende klankkleuren en toonhoogten verkrijgen.

Bongo’s   

 

bongos

Bongo’s zijn kleine trommels (15-20 centimeter diameter) afkomstig uit Latijns-Amerika. Net als de conga’s worden ze per paar bepeeld. De ene trom is wat kleiner en lager dan de andere en zal dus ook een ander geluid produceren.
Conga’s kan je zittend bespelen met het instrument tussen je knieën, maar in het orkest worden ze meestal op een standaard geplaatst en rechtstaand bespeeld. Ook hier kan je weer op verschillende manieren je handen en vingers gebruiken om allerlei klankkleuren te bekomen.

bongospeler

een bongospeler

Tambourijn

tambourijn

Een tambourijn bestaat uit een eenvoudige houten ring. Daarover is een vel gespannen. In de ring zijn metalen schijfjes geplaatst die meetrillen als op het vel wordt geslaan of met het instrument wordt geschud. Soms wordt ook met 1 vinger over het vel gewreven waarbij dit op een snelle manier vibreert en zo een apart geluid voortbrengt.