1895 – 1995

Een eeuw Harmonie St. Gertrudis

Wat is een dorp zonder harmonie of fanfare? Deze vraag kon vroeger nog met veel meer recht gesteld worden dan tegenwoordig. In het radio-en televiesieloze tijdperk van meer dan 100 jaar geleden was een muziekgezelschap, zoals trouwens iedere vereniging in een dorp, een gelegenheid tot contact en ontspanning.

Aan het einde van de 19e eeuw voelde men in Wijlre het gemis van een harmonie heel erg. Vooral bij een van de hoogtepunten van het jaar, de Sacramentprocessie, was dat gemis des te heviger. Men was altijd genoodzaakt een beroep te doen op de verenigingen uit omliggende gemeenten, die wel een muziekkorps hadden. Zo werd de Sacramentsprocessie voor 1895 altijd opgeluisterd door de fanfare van Hulsberg. In alle vroegte kwamen de Hulsbergse muzikanten te voet naar Wijlre om daar zo’n 3 tot 4 uur lang processiemuziek te spelen. Daarna werden ze getrakteerd op een stevige maaltijd. En dat was ook wel nodig, want er wachtte weer een lange wandeling naar Hulsberg.

Voor Wijlre was het een historische gebeurtenis, toen eind 1894 enkele jongelui het initiatief namen om ook in Wijlre een muziekgezelschap op te richten. Het aanvankelijk bescheiden aantal van zes personen, te weten: P. Janssen, Joh Lemmens, Guillaume Lemmens, Jan Gilissen, Jos Wijnen en Coen Meijs, was op 1 januari al uitgegroeid tot een gezelschap van 18 muziekanten.

Als eerste oefenlokaal diende een gevangeniskelder van het destijds onbewoonde kasteel Wijlre. De schietgaten in de meterdikke muren werden voor elke repetitie met hooi dichtgestopt om de resultaten van de eerste oefeningen niet tot de buitenwereld te laten doordringen.

  Na dit romantische begin kwam het in 1895 tot de definitieve oprichting  van de harmonie onder leiding van een bestuur bestaande uit de heren M.  Pluimakers (voorzitter), H. Brand, P. Schobben, G. L’Ortye, M. Creusen, C.  Meijs en G. Lemmens. Op 17 juli 1899 verkreeg de harmonie St. Gertrudis  de koninklijke goedkeuring.
Jubileum 1907 12½ jarig bestaan.  

Het is wel leuk om eens een enkel financieel gegeven uit de tijd te bekijken. Een nieuwe trompet bijvoorbeeld kostte in 1895 f18,–, een alto f20,– en een klarinet f28,48. In 1901 werden nieuwe petten aangeschaft voor de hele harmonie voor een bedrag van f51,–. Dat betaalt men tegenwoordig voor 1 pet.

In de jaren tot 1924 nam de harmonie deel aan drie concoursen: 1906 in Gulpen waar op een 2e plaats in de derde afdeling beslag werd gelegd en in 1913 in Roermond waar zelfs de eerste plaats in de derde afdeling werd behaald. Deze beide successen werden behaald onder directie van de heer Werkman sr. In 1922 nam de heer Werkman wegens gezondheidsredenen ontslag en werd hij opgevolgd door de heer G. Hertogs uit Valkenburg. Onder zijn leiding nam de harmonie in 1924 in Venlo deel aan een concours. In die tijd voor het concours kon je de harmonie avond aan avond horen repeteren. Dat gebeurde bij mooi weer buiten in de tuin van de heer Werner Brand, midden in het dorp. Op een van de laatste repetities had men de componist van het verplichte nummer “Limburgia”, de heer Schulpen uit Roermond, uitgenodigd om eens te komen luisteren. Na de uitvoering van zijn compositie gaf hij echter te kennen, dat hij het met de bewerking door de heer Hertogs niet eens was. Tijdens het concours voerde de dirigent het nummer echter toch uit in de bewerkte versie, omdat het naar zijn smaak mooier klonk. De jury dacht daar echter anders over en de waardering die onze harmonie voor dit nummer kreeg was niet hoog genoeg om de eerste prijs in de wacht te slepen. De teleurstelling was groot in het Wijlrese kamp. Enkele leden bedankten zelfs voor de harmonie. De daarop volgende jaren leidde de harmonie een kwijnend bestaan zonder hoogtepunten.

 In 1928 nam de heer Werkman jr. de Muzikale leiding van de harmonie over. In die tijd moest de harmonie heel wat feesten opluisteren. Zo werd in 1930, voor het eerst sinds het einde van de vorige eeuw, weer een priesterfeest in Wijlre gevierd. Werner L’Ortye was de eerste neomist van de twintigste eeuw in Wijlre. Van de dertiger tot de vijftiger jaren ging er bijna geen jaar voorbij zonder dat er 1, soms zelfs 2 priesterfeesten gevierd werden. Feesten waaraan de hele dorpsgemeenschap onder aanvoering van de “Jonkheid” massaal deelnam. De harmonie was natuurlijk voor een groot deel van de muzikale omlijsting verantwoordelijk. En dat was een hele klus! Het programma zag er gewoonlijk als volgt uit: Zaterdagavond: afhalen van de neomist aan de grens van de parochie en met marsmuziek naar zijn ouderlijke woning brengen. Zondagmorgen: afhalen van de neomist, weer onder het spelen van marsmuziek, en begeleiden naar de kerk met processiemuziek. Bij de kerk werd dan meestal nog een andante gespeeld. Na de mis werd de neomist weer onder begeleiding van marsmuziek naar huis gebracht.
  Maar dat was nog niet alles, want tegen zes uur was het tijd om met alle verenigingen van het dorp naar de woning van de nieuwe priester te trekken voor het brengen van een serenade en het aanbieden van cadeaus. Woonde de neomist in de kom van het dorp, dan ging dat nog. Maar als men naar Elkenrade of Stokhem moest trekken dan vroeg dat heel wat meer tijd

En dan al die weidefeesten iedere zomer. De korpsen van Wijlre, Gulpen, Nijswiller, Simpelveld en Lemiers vormden een tijd lang een zogenaamde federatie. Elk korps organiseerde ieder jaar een weidefeest, waar de korpsen van de federatie dan concerteerden.Vooraf gegaan natuurlijk door een grote optocht door het dorp. Als je dan als laatste aan de beurt was, was je je hele zondagmiddag kwijt. Dit leverde nogal een problemen op met verloofdes en echtgenotes, maar dat mocht de pret niet drukken.

Zo rond 1930 leken de moeilijke jaren voor de harmonie voorbij en ging het weer bergopwaarts. Halverwege de dertiger jaren namen verschillende leden van de harmonie met succes deel aan solistenconcoursen in o.a. Gemmenich (B), Susteren, Schimmert, Valkenburg, Schinnen en Bleyberg (B). Dit kwam de vereniging natuurlijk ten goede en het muzikale peil steeg. Het bestuur besloot in 1938 de harmonie te laten deelnemen aan een concours in het muziekstadje bij uitstek, Thorn. Ditmaal zou de harmonie uitkomen in de eerste afdeling. In Wijlre wachtte men met spanning op de verrichtingen van St. Gertrudis in Thorn af. Aangezien er in die tijd op zondag nog geen telefoon was in Wijlre gebruikte men een postduif om de uitslag snel te kunnen berichten. Toen in Thorn de uitslag bekend werd gemaakt, werd aan een poot van de duif een briefje vastgemaakt en werd het beestje gelost. In Wijlre waren alle ogen gericht op de komst van de duif en er ging een groot gejuich op toen men het briefje onder ogen kreeg. De harmonie had een enorm succes behaald in Thorn: 1e prijs in de eerste afdeling, 1e prijs in de erewedstijd, hoogste aantal punten van het hele concours en last but not least de directeursprijs voor de heer Werkman. Dolle vreugde natuurlijk bij de Wijlrenaren en de leden van de harmonie die deze overwinning hadden bevochten. Alleen jammer dat de feestvreugde werd overschaduwd door een dodelijk ongeval van een supporter op de terugweg.

Het vervoer naar de concoursen en feesten buiten het dorp vormde dikwijls een probleem. In en direct na de oorlog waren er geen bussen te krijgen. Geen nood. De firma Brand (de heer Guus Brand was meer dan dertig jaar voorzitter van de harmonie) zorgde voor een of meer grote bierwagens met twee paarden ervoor en zo trok de harmonie naar Nijswiller, Simpelveld, enz. Het was behelpen, maar je hoefde tenminste niet te lopen. En de pret was er niet minder om.

Direct na de oorlog zat de harmonie in een diep dal. Ze had enkele jaren stilgelegen, omdat men had besloten zich niet aan te sluiten bij de zogenaamde Cultuurkamer. De Duitse bezetter had namelijk het bevel gegeven lid te worden van de Cultuurkamer, een nationaal-socialistische organisatie. Legde men dit bevel naast zich neer dan moest men stoppen met musiceren. Harmonie St. Gertrudis sloot zich niet aan bij de Cultuurkamer en mocht dus niet meer spelen. De instrumenten doken, net als zovele Nederlanders, onder en de harmonie verdween tijdelijk van de aardbodem. Direct na de bevrijding werden de instrumenten weer te voorschijn gehaald. De toenmalige kapelaan, de Eerwaarde heer Franck, had in verband met verzetsactiviteiten ondergedoken gezeten en men besloot hem met muziek in te halen. Haastig werden wat leden bij elkaar getrommeld, de instrumenten opgepoetst en er trok voor het eerst sinds jaren de harmonie weer door de Wijlrese straten. Maar met muziek had het niet veel meer te maken. Ontstemde instrumenten, geen embouchure bij de blazers, kortom het was een puinhoop. Er moest van voor af aan begonnen worden met de opbouw van de harmonie. De heer Werkman was te oud om die klus te klaren en daarom werd er naar een nieuwe, kundige en energieke dirigent uitgekeken. Via de kapelaan Franck, de toenmalige geestelijke adviseur van de harmonie, kwam men in contact met dhr. Isidoor Van de Wall uit Terwinselen. Deze stak zijn handen uit de mouwen en enige tijd later kon de harmonie zich weer laten horen. In 1945 moest het 50-jarig bestaansfeest van de harmonie gevierd worden. Het zou het eerste grote feest worden na vijf donkere oorlogsjaren. Van alle kanten kwamen de mensen toestromen. Voor deze gelegenheid werd zelfs het miljoenenlijntje weer in gebruik genomen. ’s Zaterdags verzorgde het roemruchte korps van Staatsmijn Wilhelmina een galaconcert, waarvan meer dan 1000 mensen hebben genoten. De dag erna kwamen ongeveer 25 korpsen uit alle windstreken naar Wijlre om dit eerste na-oorlogse feest mee op te luisteren. Een geweldige optocht trok door het dorp. Duizenden mensen stonden in dikke rijen langs de weg. Daarna trokken ze met de korpsen naar de feestweide waar de concerten gegeven werden. Op zo’n grote toeloop had men niet gerekend. Na enkele uren was er al geen druppel bier of limonade meer te krijgen. De verenigingsbesturen werden ontvangen in het verenigingslokaal. Daar werd de “erewijn” gedronken. Maar omdat wijn na de oorlog helemaal niet te krijgen was, werd er een flesje Amerikaans bier geschonken. Dat bier was door Brand’s bierbrouwerij gebrouwen voor het bezettingsleger in Duitsland. Na afloop van het feest mocht ook het feestcomité nog eens meegenieten van het overgebleven gerstenat. De balans van het feest kon tevens opgemaakt worden. Men bleek een winst gemaakt te hebben van maar liefst f 7777,77 netto. Dat was een voor die tijd gigantisch bedrag waarmee de harmonie een hele tijd vooruit kon. Na enkele wijzigingen in de statuten verkreeg de harmonie op 18 augustus 1947 opnieuw de Koninklijke Goedkeuring. Ook werd in die tijd de rechtspersoonlijkheid aangevraagd.
  In 1951 overleed de laatst overgebleven oprichter van de harmonie, de heer Coen Meijs. Vanaf de oprichting van St. Gertrudis tot aan zijn dood bekleedde de heer Meijs de functie van secretaris-penningmeester. Maar dat was niet het enige dat hij voor de harmonie heeft gedaan. Vrijwel dag in dag uit was hij werkzaam voor “zijn harmonie”. In de feestgids, die in 1965 ter gelegenheid van het 70-jarig bestaan van de harmonie werd uitgegeven, werd Coen Meijs dan ook de “spil der harmonie” genoemd.

In 1960 besloot de harmonie deel te nemen aan een concours in Beesel. Men schreef in voor de eerste afdeling. Het resultaat was verbluffend: een eerste prijs en promotie naar de afdeling Uitmuntendheid. Na 22 jaar weer een groot succes! Desondanks kwam het een jaar later tot interne moeilijkheden na een botsing tussen de harmonie en de pas opgerichte boerenkapel. Dit had tot gevolg dat en tiental van de beste jonge krachten de harmonie vaarwel zei, zodat men praktisch vn voor af aan opnieuw moest beginnen. Later zijn gelukkig verschillende leden weer in de schoot van de vereniging teruggekeerd. Ondertussen had de heer Van de Wall na 15 jaar trouwe dienst afscheid genomen als dirigent. Hij werd opgevolgd door de heer Jacobs uit Simpelveld. Nieuwe leden werden opgeleid en na 5 jaar ging de harmonie met een heel jong korps weer op een concours. In Blerick kwam men uit in de afdeling Uitmuntendheid. En opnieuw was St. Gertrudis de beste op het concours. De eerste plaats die men in Blerick behaalde betekende promotie naar de Ere-afdeling. Wie had dat verwacht?

Inmiddels had ook de heer Guus Brand, na meer dan 30 jaar de vereniging als voorzitter te hebben geleid, zijn functie neergelegd. Hij werd opgevolgd door de heer L. Loop, die vanaf 1951 als penningmeester en secretaris had gefungeerd. De heer Brand bleef echter als beschermheer aan de harmonie verbonden. Zijn echtgenote werd beschermvrouwe. Na een jaar moest ook de heer Loop, wegens gezondheidsredenen, de taak als voorzitter afstaan. De voorzittershamer werd vanaf dat moment gehanteerd door de heer H. Blezer, die al heel wat verdiensten voor de harmonie had vergaard als voorzitter van het Steuncomité. Dit comité werd op 14 november 1960 opgericht met als doel de harmonie financieel bij te staan. Dankzij de opbrengsten van vele acties die door het Steuncomité op touw zijn gezet, kon de harmonie nieuwe instrumenten en uniformen aanschaffen, de deelname aan de concoursen bekostigen reparaties laten verrichten en de dirigent betalen.

Als dirigent werd de heer Jacobs opgevolgd door de heer Conjaerts. Na enkele jaren nam de heer Van de Linden, bassist van het Limburg Symphonie Orkest, de dirigeerstok over. Maar hij moest wegens gezondheidsredenen na een jaar opgeven. Een collega van hem, de heer Loyens uit Maastricht en trombonist van het L.S.O. volgde hem op.

In 1974 ging de harmonie naar het Bondsconcours in het naburige Mechelen en behaalde in de Ere-afdeling de eerste prijs. Omdat het Wijlrese korps ook het hoogste aantal punten in de afdeling had behaald, moest men deelnemen aan de landskampioenschappen in Haarlem. Daar werd de wimpel op een paar puntjes na gemist, maar al met al was het toch een glorierijk jaar.

Na diverse concoursen ging de harmonie in 1993 op concours in Kerkrade in wederom de Ere-afdeling. Een dik jaar voor haar 100 jarig jubileum bleek de harmonie zichzelf een gigantisch kado te geven door te promoveren naar de Superieure afdeling. Een kroon op het 20 jaar dirigentschap van dhr. Loyens.

Een paar jaar later geeft dhr. Loyens aan dat hij vindt dat het na bijna 25 jaar tijd wordt dat iemand anders de dirigeerstok van hem overneemt. De nieuwe dirigent wordt de in Belgie woonachtige met Italiaanse roots hebbende Sandro Moretti. In verband met deze dirigentswissel besluit de harmonie niet op concours te gaan waardoor men helaas moet degraderen naar de Ere-afdeling.

In het jaar 2000 komt de harmonie echter sterk terug door in Heerlen wel weer deel te nemen aan het Bondsconcours en maar liefst 324.5 punt te behalen: Wederom promotie naar de superieure afdeling en zelfs Limburgs kampioen. Een gevolg van het Limburgs kampioenschap is het na 25 jaar opnieuw mogen deelnemen aan het landskampioenschap in Venlo. De geschiedenis herhaalt zich echter en de harmonie mist opnieuw op 1 punt na de titel.
(bron: het “Wielder-book”)